Beschrijving
Bij geotechnische berekeningen is het van belang inzicht te hebben in het watergehalte van de grond. In een geotechnisch laboratorium kan het watergehalte worden bepaald. De bepaling van het watergehalte geschiedt conform ISO 17892.
Er wordt een bepaalde hoeveelheid grond genomen, meestal rond de 20 g. Het gewicht van de grond wordt gewogen. Vervolgens wordt het monster in een oven gedroogd en wordt het monster wederom gewogen, drogen van monsters gebeurt gedurende 24 uur bij een temperatuur van 105 à 110 °C. Monsters met een hoog organisch materiaal gehalte (bv veen) dienen gedurende 48 uur bij een temperatuur van circa 60 °C te worden gedroogd.
Het watergehalte wordt uitgedrukt in gewichtsprocenten: gewicht van het poriënwater gedeeld door het gewicht van de droge korrels, maal honderd. Deze proef is geschikt voor alle soorten grond. Het monster kan zowel ongeroerd als geroerd aangeleverd worden.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.