Korrelverdeling – zeving + sedimentatie (ISO 17892-4)

Beschrijving

Een korrelverdeling geeft inzicht in de grootte van de deeltjes van een grondmonster. De NEN-EN-ISO 17892-4 is bedoeld voor het testen van grond. Zowel de fijne fractie als de grove fractie wordt in deze norm bepaald. De methodes die daarvoor gebruikt worden zijn de zeefmethode en de hydrometer. De zeefmethode bestaat uit twee onderdelen: natte zeving en droge zeving. Indien nodig worden er in de voorbehandeling opgeloste zouten, organisch materiaal en/of kalk materiaal verwijderd. Bij zeer grote kiezels wordt er een initiële scheiding gedaan met een zeef van 20 mm of groter. Al het materiaal dat door deze zeef gaat wordt voor minimaal een uur in een emmer met water gezet om te weken. Indien nodig wordt er een peptisator toegevoegd. Vervolgens wordt het materiaal nat gezeefd op twee op elkaar gestapelde scheidingszeven: 63 µm en 2 mm. Het overgebleven materiaal op zeef 2 mm en 63 µm wordt gecombineerd en gedroogd. Vervolgens wordt het materiaal droog gezeefd in de zeefmachine of met de hand. De massa van de zeefrest wordt op iedere zeef uitgedrukt als een percentage van de massa van het gehele monster. Met een hydrometer wordt de dichtheid van een suspensie bestaande uit het fijne materiaal en gedestilleerd water bepaald. Alles wat door de 63 µm zeef is gegaan, wordt in een bezinkingscylinder gedaan. De bezinkingscilinder wordt geschud en vervolgens wordt op verschillende tijdstippen de hydrometer afgelezen. Op deze manier wordt de dichtheid van de suspensie bepaald. De afname van de dichtheid van de suspensie in de tijd wordt geregistreerd. De korrelverdeling wordt berekend met de Wet van Stokes (grotere deeltjes zinken sneller dan de fijnere). De proef is geschikt voor alle grondmonsters en verschillende type aggregaat. Zowel geroerde als ongeroerde monsters kunnen aangeleverd worden.